Nonnen

Lonchura spectabilis

Prachtnonnen

De prachtnon is een van mijn favoriete soorten. Prachtig mooi vriendelijk vogeltje. Goed te combineren met andere vriendelijke soorten in bijvoorbeeld een ruime volière. De prachtnon is de kleinste soort onder de nonnen. Ringmaat 2.5 dus een aardig priegelwerkje. Ondanks hun kleine formaat zijn het redelijk sterke vogels. Weinig tot geen uitval. Een pop van 6 jaar oud kan nog makkelijk gebruikt worden voor de kweek is mijn ervaring. Mits ze in topconditie is uiteraard. Prachtnonnen zijn wat wisselend in de kweek. Het ene koppel brengt zonder problemen de jongen groot. Het andere koppel gaat niet eens over tot broeden of voeren de jongen niet na het uitkomen van de eieren. Dat zorgt ervoor dat er meer vraag dan aanbod is. Qua uiterlijk is er geen verschil tussen de man en pop. Mannen zingen, poppen niet. DNA geslachtsbepaling is dan ook noodzakelijk om met zekerheid het geslacht te kunnen bepalen. De jongen zijn op ongeveer een leeftijd van 6 tot 7 maanden door de jeugdrui. Mijn eerste koppels had ik in 2021 overgenomen van een kweker uit Almelo. Deze kweker had de prachtnonnen door ruiling gekregen van een kweker uit Duitsland. Hij had zelf geen interesse in de soort dus bood ze te koop aan. Ik heb vervolgens 3 overjarige koppels kunnen overnemen. Wat mij meteen opviel was de redelijk lichte borst en buikkleur bij sommige vogels. Deze dienen zo licht mogelijk van kleur te zijn volgens de standaard. Na een geslaagde kweek met 2 van de 3 koppels bleek ik dus duidelijk geen kat in de zak gekocht te hebben. De jongen kwamen goed door de jeugdrui en een aantal heb ik vervolgens ingezonden voor de jaarlijkse JMC show in Leerdam. Toch wel de tentoonstelling voor de liefhebbers van de verschillende soorten Lonchura's. Met 1 van mijn prachtnonnen werd ik in 2022 kampioen van alle overige Lonchura's. In 2023 werd dezelfde vogel soortkampioen met 93 punten. Achteraf bleek het dus een zeer goed besluit deze vogels in Almelo op te halen.  

Lonchura spectabilis 

The Lonchura spectabilis is one of my favorite species. They are beautiful, friendly little birds and can easily be kept with other gentle species, especially in a spacious aviary. The Lonchura spectabilis is the smallest of the nun species, with a ring size of 2.5, making ringing a bit of delicate work. Despite their small size, they're fairly robust birds, with minimal loss. In my experience, a six-year-old female can still be used for breeding if she's in top condition.

Breeding success with Lonchura spectabilis can be inconsistent. One pair may raise their young without any problems, while another may not even start nesting or may fail to feed the chicks once they hatch. This variability contributes to the high demand for Tricolor Nuns. Males and females look identical, but males sing while females do not, so DNA sexing is necessary to determine gender with certainty. The juveniles go through their molt at around six to seven months of age.

In 2021, I acquired my first pairs from a breeder in Almelo. He had received the Lonchura spectabilis in a trade with a breeder from Germany but wasn't interested in keeping them himself, so he offered them for sale. I was able to purchase three older pairs, and what immediately stood out was the relatively light chest and belly color in some birds. According to the breed standard, this color should be as light as possible. After a successful breeding season with two of the three pairs, it was clear I had made a good choice. The juveniles went through their juvenile molt well, and I entered several birds in the annual JMC show in Leerdam—an event for enthusiasts of various Lonchura species.

One of my Lonchura spectabilis won Champion of all other Lonchura species in 2022. In 2023, the same bird was awarded Species Champion with 93 points. In hindsight, collecting these birds from Almelo turned out to be a very wise decision.

Lonchura brunneiceps

Bruinkopnonnen

In 2021, na gesprekken met meerdere kwekers, kwam ik erachter dat de bruinkopnonnen niet meer in Nederland aanwezig waren. Misschien waren er nog een aantal te vinden in Duitsland, Italië, Spanje of Portugal, werd mij gezegd. Na vele weken van speurwerk op internet, mails en apps naar een flink aantal kwekers in de eerder genoemde landen, ben ik uiteindelijk in contact gekomen met 3 kwekers van deze in Europa bijna verdwenen soort. Na flink wat kilometers te hebben gereden, kon ik uiteindelijk 2 onverwante koppels samenstellen. In 2022 heb ik uit deze 2 koppels 15 jongen kunnen kweken die allemaal volwassen zijn geworden. Je zult begrijpen dat ik hier heel erg blij mee was. Na DNA-geslachtsbepaling bleken er van de 15 jongen 11 mannen en maar 4 poppen te zijn. Dat had beter gekund, maar evengoed ben ik nog steeds erg blij met het resultaat. Ik kon gelukkig diverse vogels ruilen, waardoor ik in 2023 met 6 koppels kon gaan kweken. Ik zal je verder niet vervelen met de resultaten, maar het heeft ertoe geleid dat ik een aantal kwekers blij kon maken met een onverwant koppel, hopende dat zij ook met succes met deze prachtige soort kunnen kweken. Uiteraard blijven er meerdere koppels in mijn eigen collectie aanwezig hopend dit succes voort te kunnen zetten. In april 2024 ben ik met een vogelvriend naar de vogelmarkt in Boskoop geweest. Tot mijn grote verbazing zat daar een losse bruinkopnon man. De man uiteraard meteen mee naar huis genomen. Vreemd bloed is meer dan welkom. Nu hopen op nageslacht. 

De mooie warme bruine kleuren van de bruinkopnonnen maken van deze soort een prachtige vogel. Het zijn redelijk sterke vogels met een vriendelijk karakter. De bruinkopnonnen zijn na aanschaf schuchter en wat schrikkerig. Na verloop van tijd, als ze gewend zijn aan de nieuwe omgeving, wordt dit minder. De meeste koppels gaan redelijk snel na het samenstellen van het koppel over tot nestbouw. De vogels maken van bruine kokosvezel een redelijk nest, maar niet erg uitgebreid. Een pop legt gemiddeld 5 tot 6 eieren. De jongen worden, als ze ongeveer een week oud zijn, geringd met ringmaat 2.7. Qua uiterlijk is er geen verschil tussen de man en de pop. Mannen zingen, poppen niet. DNA-geslachtsbepaling is dan ook noodzakelijk om met zekerheid het geslacht te kunnen bepalen. De jongen zijn op een leeftijd van ongeveer 6 tot 7 maanden door de jeugdrui.

Lonchura brunneiceps 

In 2021, after discussions with several breeders, I discovered that the Lonchura brunneiceps were no longer found in the Netherlands. I was told that there might still be a few left in Germany, Italy, Spain, or Portugal. After weeks of searching online, sending emails, and messaging many breeders in these countries, I eventually connected with three breeders of this nearly vanished species in Europe. After driving many miles, I was finally able to assemble two unrelated pairs. In 2022, I bred 15 young from these two pairs, all of which grew into healthy adults. Needless to say, I was thrilled with this result! After DNA sexing, it turned out that 11 were males and only four were females—not the best ratio, but I'm still very pleased with the outcome.

Thankfully, I was able to trade several birds, allowing me to breed with six pairs in 2023. I won't bore you with all the details, but this effort enabled me to provide unrelated pairs to several breeders, hoping they would also succeed with this beautiful species. Of course, I kept several pairs in my own collection to continue building on this success.

In April 2024, I visited the bird market in Boskoop with a fellow bird enthusiast, and to my surprise, I found a single Lonchura brunneiceps male. Naturally, I brought him home right away, as introducing new blood is always welcome. Now I hope for new offspring from this line.

The warm brown coloring makes the Lonchura brunneiceps a stunning bird. They're relatively hardy and have gentle personalities. Initially, they tend to be shy and skittish after purchase, but this usually improves as they settle into their new surroundings. Most pairs begin building a nest fairly soon after pairing. They construct a modest nest out of brown coconut fibers. On average, the female lays five to six eggs, and the chicks are ringed at around one week old with a ring size of 2.7. Males and females look identical, with only the males singing, while the females remain silent, so DNA sexing is essential to determine gender with certainty. Juveniles go through their molt at about six to seven months old.

Lonchura stygia

Hadesnonnen

De hadesnon is een bijna zwarte vogel met een donkerbruine gloed op de vleugels en rugdek. De staart is strogeel van kleur wat een mooi contrast geeft. Ik vind de hadesnon nadat deze gewend zijn aan de nieuwe omgeving en eigenaar zeker geen schuchtere vogels. Ik ben met deze soort eind 2022 met maar 1 koppel gestart. Een aantal maanden na aanschaf was ik wat ontevreden over de man. Hij had geen mooie  strogele staart en zijn houding van de staart was ook anders dan ik gewend ben van de nonnen. Ik kon gelukkig  redelijk snel een losse man ophalen in een dierenwinkel. Uiteindelijk kwam ik erachter door het DNA-certificaat wat bij de vogels zat dat de hades man bij een goede bekende kweker vandaan kwam. Ik had het geluk dat dat koppel in de zomer van 2023 goed klikte en mij 10 jongen opleverde. Na DNA-geslachtsbepaling bleken dit 3 mannen en 7 poppen te zijn. Na wat vogels geruild te hebben met verschillende kwekers kan ik in 2024 met een mooi aantal onverwante koppels gaan proberen te kweken. Zo ga je dus van 1 koppel na 1 jaar ineens naar meerdere onverwante koppels. 

Lonchura stygia 

The Lonchura stygia is an almost black bird with a dark brown sheen on its wings and back, and a striking straw-yellow tail that provides a beautiful contrast. Once they've adjusted to their new environment and owner, I find the Lonchura stygia to be quite confident and not particularly shy birds. I began keeping this species with just one pair at the end of 2022. A few months after acquiring them, I grew dissatisfied with the male; his tail wasn't as brightly yellow as expected, and he held his tail differently than what I typically see in other nun species. Fortunately, I was able to quickly acquire a single male from a pet shop. I later discovered, through the DNA certificate included with the birds, that the male originally came from a reputable breeder I know well.

I was lucky that this pair bonded well over the summer of 2023, resulting in 10 offspring. DNA sexing revealed a ratio of three males to seven females. After trading some birds with various breeders, I am now able to start 2024 with a good number of unrelated pairs for breeding. From a single pair, I've managed in just one year to build up several unrelated pairs, which is very exciting progress for this species.

Lonchura pallida

Bleekkopnonnen

De bleekkopnonnen zijn voor mij een wat lastigere soort. Deze soort lijkt wat gevoeliger waardoor er meer uitval is dan gemiddeld. Ook zijn de vogels wat lastiger te koppelen aan een partner dan mijn andere soorten Lonchura's. Het eerste jaar na aanschaf in 2022 is het mij dan ook niet gelukt om uit deze vogels jongen te krijgen. Zelfs geen nestbouw niks. Onderling en tegen andere soorten zijn de bleekkopnonnen vriendelijk en eerder onderdanig dan dominant te noemen. Ik had gehoopt met deze mooie soort dit jaar wat meer succesvol te mogen zijn. Helaas was dat niet het geval en heb daarom besloten met deze soort te stoppen. Ondertussen hebben de vogels al een ander huis gevonden waar ze hoprlijk wel voor nageslacht gaan zorgen. 

Lonchura pallida 

For me, the Lonchura pallida have been a more challenging species to keep. They seem to be more sensitive, resulting in a higher than average loss rate. Additionally, they're harder to pair with a partner compared to my other Lonchura species. In the first year after acquiring them in 2022, I wasn't able to breed any young from these birds—not even any nest building. Among themselves and with other species, the Lonchura pallida are gentle and tend to be more submissive than dominant. I had hoped for more success with this beautiful species this year, but unfortunately, that didn't happen. I have therefore decided to stop keeping this species. The birds have since found a new home, where hopefully they will go on to produce offspring

Lonchura quinticolor

Vijfkleurnonnen

De vijfkleurnonnen zijn net als de bleekkopnonnen een wat gevoeligere en lastigere soort. Het zijn prachtige vogels die wel wat schuw blijven en zich liever op de achtergrond houden. De vijfkleurnonnen zijn vriendelijk naar andere soorten, ikzelf zou ze niet plaatsen bij erg dominante soorten. Dan doe je deze prachtige soort echt tekort. De vijfkleurnonnen zijn gelukkig nog wel aanwezig in Nederland, ook in Duitsland en Frankrijk zijn er kwekers die met deze geweldige soort gelukkig met succes kweken. 

Lonchura quinticolor 

The Lonchura quinticolor, like the Lonchura pallida, are somewhat more sensitive and challenging to keep. They are stunning birds, but they tend to remain a bit shy and prefer to stay in the background. They are gentle with other species, and I wouldn't house them with very dominant birds, as that would truly detract from the enjoyment of this beautiful species.

Fortunately, Lonchura quinticolor are still available in the Netherlands, and there are also breeders in Germany and France who breed these wonderful birds successfully.

Lonchura grandis

Diksnavelnonnen

De diksnavelnon is de grootste nonnen soort. Met zijn zeer grote snavel toch wel een opvallende verschijning. De diksnavelnonnen zijn net als de andere nonnen niet dominant en dus goed te combineren met andere soorten tropische vogels. Het zijn sterke vogels en niet de meest lastige soort om ze een mooi nest te laten bouwen en eieren uit te laten broeden. Jongen grootbrengen is een ander verhaal en een stuk lastiger om het natuurbroed voor elkaar te krijgen. 

Lonchura grandis 

The Lonchura grandis is the largest of the nun species, and with its very large beak, it certainly stands out. Like other nun species, the Lonchura grandis is not dominant, making it well-suited to be kept with other species of tropical birds. They are strong birds and not too difficult to encourage to build a good nest and lay eggs. However, raising the young is a different matter and much more challenging, particularly when trying to achieve natural breeding.

Lonchura malacca

Driekleurnonnen

De driekleurnon is de soort die ik zoals eerder aangegeven als eerste nonnen soort in mijn bezit had. De 3 koppels hebben mij een mooi aantal jongen gegeven waardoor het Lonchuravirus mij flink te pakken heeft gekregen. Een geweldig mooie soort met wisselend succes. Niet de makkelijkste maar ook niet de moeilijkste soort om te kweken. Een goed klikkend koppel kan je veel plezier opleveren. Voor de tentoonstelling is het een vogel met uitdagingen. Uiteraard moet de vogel in top-conditie zijn en oa de afscheiding van de buikvlek zo strak mogelijk zijn. 

Lonchura malacca 

The Lonchura malacca is the species that, as mentioned earlier, was the first nun species I had in my collection. The three pairs gave me a good number of offspring, and this is when I really caught the "Lonchura virus." It's a truly beautiful species, though with varying levels of breeding success. It's not the easiest species to breed, but also not the most difficult. A well-paired couple can bring a lot of joy. For exhibitions, this bird presents its own challenges. Naturally, the bird needs to be in top condition, with the belly spot's separation as sharp and distinct as possible


Lonchura maja

Witkopnonnen

De witkopnon is een prachtige vogelsoort. Met zijn lichte, bijna witte kop en donker kastanjebruine rug is het een opvallende verschijning. Deze vogel heeft ongeveer dezelfde grootte als de driekleurnon, maar oogt iets robuuster. Het is ook een sterke vogel die je jarenlang plezier kan geven.

Net als bij veel andere soorten blijft de pop redelijk lang vruchtbaar. Zelfs op een leeftijd van 5 tot 6 jaar kan ze nog goed jongen voortbrengen. Voor de mannetjes is de vruchtbare periode wat korter, meestal is het na 4 jaar, net zoals bij andere soorten, moeilijker om succesvol te kweken. Dit kan misschien verklaren waarom er meestal meer mannetjes dan vrouwtjes worden gekweekt.

Lonchura maja

The Lonchura maja is a stunning species. With its light, almost white head and dark chestnut-brown back, it is truly a striking bird. This species is about the same size as the Lonchura malacca but appears a bit more robust. It's also a hardy bird that can provide years of enjoyment. Like many other species, the females remain fertile for a relatively long period. Even at 5 to 6 years old, they can still produce healthy offspring. For the males, however, the fertile period is shorter. Typically, after around 4 years, it becomes more challenging to breed successfully, which may explain why males are often bred more than females.

This species also has two mutations. The reddish-brown mutation is, in my opinion, very beautiful and is becoming more commonly seen. The slino-cream mutation, however, is much rarer. In the past, I have kept both mutations, which is why I have my own photos of them. Currently, I do not have any Lonchura maja, but I wouldn't rule out keeping them again in the future

Deze soort kent ook twee mutaties. De roodbruine mutatie vind ik persoonlijk erg mooi en deze is ook steeds vaker te zien. De sl ino-crème mutatie is een stuk zeldzamer. In het verleden heb ik beide mutaties gehad, vandaar de eigen foto's. Momenteel heb ik geen witkopnonnen, maar ik sluit niet uit dat ik ze in de toekomst weer zal houden.

Nog in ontwikkeling 

Lonchura atricapilla

Zwartkopnonnen

Nog in ontwikkeling 

Lonchura a. sinensis

Chinese zwartkopnonnen

Lonchura ferruginosa

Schildnonnen

Schildnonnen heb ik heel kort (een paar maanden ) in mijn bezit gehad. Dit was een groepje van 5 vogels met als ik het mij goed herinner 3 mannen en 2 poppen. Het waren niet de mooiste vogels en de leeftijden waren onbekend. Ik heb toen besloten dat de vogels beter naar een bevriende kweker konden verhuizen omdat deze meer schildnonnen in zijn bezit had. De schildnonnen zijn erg lastig te kweken. Partnerkeuze en bevruchting lijken hier vooral de oorzaken van te zijn.  

Lonchura ferruginosa

I owned Lonchura ferruginosa for a very short time (a few months) This was a group of 5 birds with, if I remember correctly, 3 males and 2 females. They were not the prettiest birds and their ages were unknown. I then decided that it would be better to move the birds to a friendly breeder because he had more shield nuns in his possession. The Lonchura ferruginosa are very difficult to breed. Partner choice and fertilization seem to be the main causes of this. 

Lonchura nevermanni

Witschedelnonnen

Een mooie en niet de meest lastige soort. Al blijft het net zoals bij alle andere soorten wel een uitdaging een goed klikkend koppel aan elkaar te koppelen. Helaas zie je bij deze soort wel dat de kopkleur wat minder licht is dan een aantal jaren geleden. Dit is bijvoorbeeld bij de Lonchura c. sharpii ook het geval. Verder een vogel met een vriendelijk karakter en mits de vogel in goede conditie een zeer mooie vogel voor de tentoonstelling.

Lonchura nevermanni

A beautiful and not the most difficult species. Although, just like with all other species, it remains a challenge to connect a well-clicking couple. Unfortunately, with this species you can see that the head color is less light than a number of years ago. This is for example the Lonchura c. sharpii also the case. Furthermore, a bird with a friendly character and, provided the bird is in good condition, a very beautiful bird for the exhibition.