De kweek
De kweek:
Ik zal hier zoveel mogelijk mijn manier van werken en ervaringen met betrekking tot de kweek in het algemeen met je proberen te delen.
Breeding:
Here, I will try to share as much as possible about my methods and experiences regarding breeding in general.
De voorbereidingen:
Bij mijn broedkooien heb ik de voorfronten voorzien van wat kunstgroen, zodat de vogels het gevoel hebben wat beschut te zitten. Vooral de nonnen waarderen een wat dieper nestkastje, is mijn ervaring. Ik plaats daar een kokosnestje in en zorg ervoor dat deze door ander nestmateriaal wat vastligt. Naast het nestkastje plaats ik een sepiaknijper in het voorfront en knijp daar een bosje nestmateriaal in vast. Het plaatsen van het nestmateriaal naast het nestkastje heeft als voordeel dat het ook wat beschutting geeft voor de vogels. Ik geef de vogels zowel bruine als gebleekte kokosvezel als nestmateriaal. Als de eerste sprietjes nestmateriaal in het nestkastje liggen, zie je al snel welke kleur nestmateriaal de voorkeur heeft. Als een koppel eenmaal overgaat tot nestbouw, is het nestkastje vaak met een paar dagen helemaal volgepropt met nestmateriaal.
Preparations:
In my breeding cages, I've added some artificial greenery to the front panels to make the birds feel more sheltered. I've found that the finches, particularly the "nonnen" species, appreciate a deeper nest box. I place a coconut nest inside and make sure it's secured with other nesting material. Next to the nest box, I add a cuttlefish bone and wedge a bunch of nesting material into it. Placing the material next to the nest box has the added benefit of providing extra cover for the birds.
I provide both brown and bleached coconut fiber as nesting material. Once the first bits of nesting material appear inside the nest box, you can quickly see which color of the material the birds prefer. When a pair starts to build their nest, it is usually completely packed with material within a few days.
De nestkastjes:
Ik gebruik twee verschillende soorten kunststof nestkastjes in verschillende kleuren. Het ene koppel is het andere niet en heeft dus hun voorkeuren qua kleur en formaat nestkast. Ik heb diepe nestkastjes; deze hebben bij eigenlijk al mijn nonnen de voorkeur. Deze heb ik in het groen en gebroken wit. De andere soort is gewoon een kunststof brievenbusmodel nestkast in de kleur lichtbruin of groen. Deze worden vooral gebruikt door de dwergrietvinken en de bruinborstrietvinken.
The Nest Boxes:
I use two different types of plastic nest boxes in various colors. Each pair of birds has its own preferences when it comes to the color and size of the nest box. I have deep nest boxes, which are preferred by almost all of my "nonnen" species. I have these in green and off-white. The other type is a simple plastic mail-slot style nest box in light brown or green. These are mostly used by the dwarf and brown-breasted finches.
Het koppelen:
De vogels moeten uiteraard in topconditie zijn wil je ermee gaan kweken. De nageltjes groeien bij de Lonchura's erg snel dus ook deze even controleren voor je het koppel in de broedkooi plaatst. Zijn ze niet in conditie, en koppel je ze toch dan zal het uiteindelijk uitdraaien op teleurstellingen. De kweek bij de nonnen en rietvinken is nogal wisselend te noemen. De ene soort kweekt vrij makkelijk en de andere soort een stuk lastiger of heel moeilijk. En dan is het qua koppel ook nog eens wisselend. Maar de aanhouder wint. Met het broeden in een kleine groepje van 3 a 4 koppels heb ik minder goede ervaringen mee dus daar begin ik niet meer aan. Het heeft mijn voorkeur om met meerdere onverwante koppels per soort te starten, dit om de eventuele jonge uit de aangeschafte koppels later weer aan elkaar te kunnen koppelen. De vogels moeten dan wel ter overname aangeboden worden en je portemonnee moet dit uiteraard ook toelaten. Ik heb er geen problemen mee om 1 of 2 extra mannen achter de hand te hebben. Dit omdat de extra mannen eventueel van pas kunnen komen als er geen klik is tussen een samengesteld koppel. Lonchura's kunnen namelijk nog wel eens lastig zijn qua partnerkeuze. Een pop accepteert niet elke man of andersom. Om dit probleem te voorkomen en de vogels een vrije partnerkeuze te kunnen laten maken, heb ik het volgende zelf bedacht waar ik best trots op ben. Ik plaats 3 mannen en 3 poppen bij elkaar in een ruime kweekkooi of vlucht. Elke vogel heeft een andere kleurring, zodat ze goed uit elkaar te houden zijn. In de kweekkooi of vlucht plaats ik een WiFi-camera. Ik geef de vogels wat nestmateriaal en geef ze 1 nestkastje. Vervolgens kan ik de vogels ongestoord observeren op mijn telefoon die in contact staat met de WiFi-camera. Door de kleurringen kan ik zien welke man en pop met nestmateriaal aan de gang gaan of interesse krijgen in het nestkastje. Het gebeurt ook dat de man en pop samen het nestkastje gaan verdedigen tegenover de andere vogels. Dit koppel vang ik uit en zet ik apart. Zo ook bij het volgende koppel wat zich vormt. Zo kunnen de vogels hun eigen partner uitzoeken. Dit kan veel voordelen geven tijdens de kweek. Een simpele kleine WiFi-camera koop je voor een paar euro. Doe er je voordeel mee.
Het gebeurt uiteraard ook dat er maar 1 pop en 1 of 2 mannen beschikbaar zijn die in goede conditie zijn. Dan probeer ik die gewoon te koppelen en wacht af of het klikt tussen de man en de pop. Regelmatig lukt het op deze manier gelukkig ook.
Heeft een koppel zich het jaar ervoor bewezen een goed koppel te zijn, mogen ze zich van mij weer opnieuw bewijzen. Het is overigens niet altijd vanzelfsprekend dat alles weer soepeltjes verloopt zoals het jaar ervoor. Vaak klikt het gelukkig wel weer en kun je zo jaren plezier beleven van een goed klikkend koppel.
Pairing the Birds:
The birds need to be in top condition before you attempt breeding with them. The nails on Lonchura species grow very quickly, so it's essential to check them before placing a pair in the breeding cage. If the birds aren't in good condition, pairing them will likely lead to disappointments.
Breeding with non-buntings and reed finches can be quite variable. Some species breed easily, while others are much more difficult or even very challenging. Moreover, pairing success can vary from one pair to another. But persistence pays off in the end.
I've had less success breeding in smaller groups of 3 to 4 pairs, so I no longer pursue that approach. My preference is to start with multiple unrelated pairs per species, so that any offspring from the pairs can later be re-paired with each other. Of course, this requires the birds to be offered for sale or adoption, and it's something you need to budget for.
I don't mind keeping one or two extra males on hand, as they may come in handy if there's no immediate connection between a paired couple. Lonchura species can be a bit tricky when it comes to partner selection; a female may not accept every male, or vice versa. To address this challenge and give the birds the freedom to choose their own mates, I've come up with a method I'm quite proud of.
I place 3 males and 3 females together in a spacious breeding cage or aviary. Each bird has a different color ring to help distinguish them. I then install a Wi-Fi camera in the cage. I provide some nesting material and a single nest box. This setup allows me to quietly observe the birds through my phone, which is connected to the camera. With the color rings, I can easily see which male and female start interacting with the nesting material or show interest in the nest box. Sometimes, the male and female even start defending the nest box from the other birds. When this happens, I remove the pair and separate them, as they have formed a bond. I repeat the process for any other pairs that form. This gives the birds the freedom to choose their own mates, which can be very beneficial during the breeding season.
A simple, small Wi-Fi camera can be purchased for just a few euros. It's a great tool for monitoring the birds and making the pairing process easier.
Of course, sometimes only one female and one or two males are available, all in good condition. In that case, I simply attempt to pair them and wait to see if they bond. Fortunately, this method works well most of the time.
If a pair has proven to be a good breeding pair the previous year, I allow them to try again. However, it's important to note that it's not always guaranteed that things will go as smoothly as the previous year. In most cases, though, the pairs do reconnect, and you can enjoy many years of successful breeding with a well-established pair.
Een koppel bruinkopnonnen met hun eerste ei.
Het leggen en broeden van de eieren:
De nonnen en rietvinken leggen meestal als de pop begint met leggen elke dag een ei, soms zie ik dat er een dagje wordt overgeslagen. Gemiddeld leggen ze 4 tot 6 eieren per legsel. Per soort kan dit verschillen. Mijn prachtnonnen leggen bijvoorbeeld gemiddeld 4 eieren en de dwergrietvinken en bruinkopnonnen leggen er meestal gemiddeld 6. Vanaf het een na laatste ei gaan de vogels over tot broeden. Na 4 dagen broeden is het zichtbaar of de eieren bevrucht zijn of niet. Zijn de eieren onbevrucht, laat ik het koppel de cyclus afmaken en raap daarna de eieren om het koppel vervolgens opnieuw te laten beginnen. Als de eieren bevrucht zijn, heb je 2 keuzes: het koppel zelf laten broeden en de jongen proberen groot te laten brengen (natuurbroed) of je laat dit over aan de Japanse meeuwen (pleegouders). Ik ga hier verder met hoe het verloop van de kweek is bij natuurbroed.
Het uitkomen van de eieren:
Vanaf de dertiende / veertiende dag na het starten met broeden kunnen de eerste eieren uitkomen. Soms kan het lastig zijn om je nieuwsgierigheid te onderdrukken en de vogels met rust te laten. Rust werkt echter wel het beste, probeer jezelf dus in te houden. Meestal zie je aan het gedrag van de vogels wanneer het zover is. Ze worden wat onrustiger, zitten al te wachten bij het voerbakje of, met een beetje geluk, zie je een eierschaaltje op de bodem van de broedkooi liggen. Na het uitkomen van de eieren begin ik weer met het geven van eivoer en diepvriespinkies en buffelo's. Alles met mate, de jongen zijn immers nog erg klein. Na een aantal dagen geef ik steeds iets meer eivoer, pinkies en buffelo's. De jongen groeien snel en hebben de extra eiwitten echt nodig om goed te kunnen groeien. Na 5 à 6 dagen doe ik meestal de eerste nestcontrole als beide ouders van het nest af zijn. Dit om de vogels zo min mogelijk te verstoren en om te kijken hoeveel jongen er in het nest liggen. Verder kijk ik meteen naar hoe de ontwikkeling van de jongen verloopt. Het ene koppel voert de jongen beter dan het andere koppel. Bij een erg goed voerend koppel groeien de jongen harder, dus zullen de jongen ook eerder geringd moeten worden. Het aantal jongen in het nest heeft hier uiteraard ook invloed op. Een nest van 3 jongen is uiteraard minder werk voor de ouders dan een nest van 6 jongen. Als de jongen 6 à 8 dagen oud zijn, worden ze geringd. De meeste nonnen en rietvinken hebben ringmaat 2.7. Uitzonderingen zijn de prachtnonnen met ringmaat 2.5 en diksnavelnonnen met ringmaat 2.9.
Egg Laying and Incubation:
The non-buntings and reed finches typically lay an egg each day once the female begins laying, though sometimes a day may be skipped. On average, they lay 4 to 6 eggs per clutch, although this can vary by species. For example, my Prachnonne typically lays 4 eggs, while dwarf reed finches and brown-capped non-buntings usually lay 6 eggs per clutch.
The birds begin incubating after laying the second-to-last egg. After about 4 days of incubation, it becomes clear whether the eggs are fertile. If the eggs are infertile, I let the pair finish their cycle and then remove the eggs to encourage the pair to start again. If the eggs are fertile, you have two options: either let the pair incubate the eggs and raise the chicks themselves (natural brooding), or allow Japanese mew finches (foster parents) to take over the task. I will continue here with the process of natural brooding.
Hatching of the Eggs:
The first eggs usually hatch around the 13th or 14th day of incubation. Sometimes, it can be hard to suppress your curiosity and leave the birds undisturbed, but it's essential to be patient. Observing the birds' behavior is the best way to know when hatching is imminent. They become more restless, hang around the food dish, or, with a bit of luck, you might spot an eggshell on the floor of the breeding cage.
Once the eggs have hatched, I resume giving the parents egg food and frozen pinkies and buffalo worms. I do this gradually, as the chicks are still very small. After a few days, I increase the amount of egg food, pinkies, and buffalo worms. The chicks grow quickly and need the extra protein to develop properly.
Nest Check and Ringing:
About 5 to 6 days after hatching, I usually do my first nest check when both parents are away from the nest. This minimizes disturbance to the birds and allows me to count how many chicks are in the nest. During this check, I also assess the development of the chicks. Some pairs are better at feeding their chicks than others. With an excellent feeding pair, the chicks grow faster and will need to be ringed earlier. The number of chicks also plays a role—raising a nest of 3 chicks is less work for the parents than raising a nest of 6 chicks.
When the chicks are 6 to 8 days old, I ring them. Most non-buntings and reed finches require a ring size of 2.7. However, there are exceptions: Prachnonne finches need ring size 2.5, and thick-billed non-buntings need ring size 2.9.
Een jong van de dwergrietvinken die net uit het ei komt.
Het uitvliegen en zelfstandig worden van de jongen:
Als de jongen ongeveer 3 weken oud zijn, verlaten ze het nest. Eerst zijn de jongen erg onhandig maar na een paar dagen zie je al dat ze het vliegen en op stok zitten snel onder controle hebben gekregen. Ik geef de jongen dagelijks trosgierst. Trosgierst is een makkelijk te pellen zaad waar de vogels van smullen. Dit helpt de jongen enorm om zelfstandig te worden. Het afbouwen van het dagelijks meerdere keren verstrekken van eiwitten kan vanaf dit moment geleidelijk aan afgebouwd worden. Na 3 weken vanaf het moment van uitvliegen zijn de jongen over het algemeen zelfstandig. Bij twijfel laat ik de jongen nog een paar dagen langer bij hun ouders voordat ik ze uitvang en in een apart vluchtje zet. De jongen krijgen de eerste periode nog regelmatig eiwitten en trosgierst tot hun beschikking.
Fledging and Becoming Independent:
When the chicks are around 3 weeks old, they begin to leave the nest. At first, they are quite clumsy, but after a few days, they quickly get the hang of flying and perching. I provide the young birds with millet sprays every day. Millet sprays are easy-to-peel seeds that the birds enjoy, and they are very helpful in helping the young birds become more independent.
At this stage, I start gradually reducing the frequency of providing extra proteins. The young birds are beginning to transition to a more independent diet. After about 3 weeks post-fledging, the chicks are generally independent. However, if I'm unsure, I leave the young birds with their parents for a few more days before separating them and moving them to a separate flight.
During this period, the young birds still have access to proteins and millet sprays regularly until they are fully independent.
Lonchura c. sharpii
Gebruik van pleegouders:
Er zijn zowel voor- als tegenstanders van het gebruik van pleegouders, en dat mag ook. Ieder heeft over dit onderwerp zijn eigen manieren en gedachten. Ikzelf heb er geen moeite mee om pleegouders te gebruiken, maar ik kan me ook verplaatsen in de kwekers die liever natuurbroed kweken. Discussies over dit onderwerp zijn er al heel veel gevoerd en ga ik hier niet voortzetten. Laat de Japanse meeuwen zelf eieren leggen. Ruil deze eieren als de pop is uitgelegd vervolgens om met de eieren van de soort waarbij het natuurbroed niet wil lukken. Meestal brengen de pleegouders zonder problemen de jongen groot. Zo simpel als het hier staat kan het ook zijn.
Use of Foster Parents:
There are both supporters and opponents of using foster parents, and that's perfectly fine. Everyone has their own methods and opinions on this topic. Personally, I have no problem with using foster parents, but I can also understand breeders who prefer natural breeding. Many discussions have already taken place on this subject, and I won't continue them here.
The approach I use is to allow the Bengalese finch lay their own eggs. Once the female has laid her eggs, I swap them out for the eggs of the species where natural breeding isn't succeeding. Usually, the foster parents raise the chicks without any issues. It can be as simple as it sounds.